Duurzame inzetbaarheid onderwijs vanaf 57 jaar is een belangrijk thema voor leerkrachten, docenten en onderwijsondersteunend personeel. Het primair onderwijs staat namelijk al jaren onder druk door een tekort aan mensen, hoge werkdruk en een toenemende vergrijzing. Juist daarom zijn er afspraken gemaakt in de cao die oudere werknemers ondersteunen om langer gezond en met plezier te blijven werken.

Ontvang onze Vitaliteitskalender voor 2026 als eerste
Ik wil de kalender ontvangen
Meer dan 2.000 bedrijven hebben zich al ingeschreven
Meer dan 1.000 bedrijven hebben zich al ingeschreven
Wat betekent duurzame inzetbaarheid in het onderwijs?
Duurzame inzetbaarheid gaat over meer dan alleen minder uren draaien. Het houdt in dat werknemers in het onderwijs de kans krijgen zich te blijven ontwikkelen, hun vitaliteit te behouden en hun werkdruk te verlichten. Daarmee wordt het doel duidelijk: oudere medewerkers kunnen op een gezonde manier hun dienstverband volhouden tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. Ook scholen zelf hebben hierin een verantwoordelijkheid: het bieden van ruimte en het faciliteren van passende nieuwe vitaliteitsactiviteiten kan bijdragen aan een gezondere balans.
Regeling voor 57 jaar of ouder
Vanaf 57 jaar of ouder kom je in aanmerking voor extra mogelijkheden. Deze duurzame inzetbaarheidsregeling geeft oudere werknemers meer keuzevrijheid om verlofuren in te zetten of juist tijd te besteden aan scholing, coaching of andere vormen van professionalisering. Zo kunnen leerkrachten hun vakbekwaamheid bijhouden en zich blijven richten op hun professionele ontwikkeling. Een praktische invulling kan zijn om medewerkers deel te laten nemen aan een workshop mentale veerkracht, waarmee zij leren beter met stress en belasting om te gaan.
“Vanaf 57 jaar draait inzetbaarheid vooral om keuzes die energie geven.”
Basisbudget en extra uren
Iedere werknemer in het primair onderwijs heeft recht op een basisbudget. Dit budget bestaat uit uren en een bedrag dat naar rato wordt toegekend. Voor medewerkers van 57 jaar of ouder komen hier extra uren bovenop. Met andere woorden, scholen moeten ruimte bieden om deze uren op een zinvolle manier te besteden, in overleg tussen medewerker en werkgever.
Regeling seniorenverlof en eigen bijdrage
Een belangrijk onderdeel is de regeling seniorenverlof. Hier geldt dat het opgenomen verlof bedraagt een bepaald percentage van de werktijd, en dat de medewerker een eigen bijdrage moet leveren. Voor sommige groepen geldt een 50 procent eigen bijdrage, terwijl anderen minder hoeven te betalen afhankelijk van hun functie en schaal. Zo ontstaat er een eerlijke verdeling en blijft de pensioenopbouw doorgaan.
Overgangsregeling en BAPO-verlof
Veel mensen kennen nog het oude BAPO-verlof. Voor sommigen geldt een overgangsregeling die hun oude rechten respecteert. Wanneer de overgangsregeling geldt, kunnen medewerkers die vóór een bepaalde datum gebruik maakten van BAPO extra uren opnemen tegen aangepaste voorwaarden. Daarom is het belangrijk dat scholen en medewerkers goed kijken naar welk artikel uit de cao op hen van toepassing is.
Vijf jaar sparen en opnemen
Een interessant onderdeel van de regeling is dat oudere medewerkers hun uren kunnen sparen. Dit mag maximaal vijf jaar, zodat iemand later in het dienstverband in één keer meer tijd kan opnemen. Het opnemen van uren kan daardoor leiden tot een flinke vermindering van de werkdruk in de laatste jaren voor pensioen. Het blijft wel van belang om dit vooraf te plannen met een ingediend plan dat door de werkgever en medewerker wordt goedgekeurd.
Ingezet voor verlof of ontwikkeling
De duurzame inzetbaarheidsuren kunnen op verschillende manieren worden ingezet. Vaak wordt gekozen voor verlof, zodat de belasting van het werk wordt verminderd. Toch stimuleert de cao ook dat uren worden gebruikt voor deskundigheidsbevordering, studieverlof of deelname aan activiteiten die de vakbekwaamheid vergroten. Denk aan coaching voor bedrijven of een praktische workshop mindful walking die ruimte geeft voor reflectie en herstel.

Belang van overleg tussen medewerker en werkgever
De regeling werkt alleen goed wanneer er echt overleg plaatsvindt. De cao schrijft voor dat medewerkers en werkgevers samen afspraken maken over de invulling. Daarbij is het beginsel dat de werknemer de regie houdt, maar dat het werk ook goed georganiseerd blijft. Op die manier wordt voorkomen dat collega’s of startende leraren extra belast raken.
Voorbeeld: werkdruk verlichten
Stel een docent kiest ervoor zijn duurzame inzetbaarheidsuren als verlofuren in te zetten. Het verlof bedraagt dan bijvoorbeeld één dag per week. Hierdoor kan de medewerker de werkdruk verlichten en gezond de laatste jaren tot de AOW-gerechtigde leeftijd doorkomen. Tegelijk blijft de werknemer formeel in dienst en bouwt hij gewoon zijn pensioenopbouw door. Scholen kunnen dit proces ondersteunen door medewerkers te laten deelnemen aan een programma gericht op werkdruk verlagen.
Professionele ontwikkeling en scholing
Niet iedereen kiest voor verlof. Veel oudere medewerkers willen zich juist blijven ontwikkelen. De cao moedigt daarom aan om uren te besteden aan scholing, coaching of trainingen gericht op professionalisering. Dit kan variëren van coaching op de werkvloer tot een cursus gericht op nieuwe lesmethodes. Ook vitaliteitsgerichte opties zoals hatha yoga of ashtanga yoga op kantoor kunnen bijdragen aan balans, ontspanning en duurzame inzetbaarheid.

Toepassing voor startende leraren en ouderen
Het is belangrijk om te benadrukken dat de regeling twee kanten heeft. Voor starters betekent het dat zij zien dat er perspectief is op de lange termijn. Voor ouder personeel biedt het de kans om hun taken beter te verdelen en met meer plezier te blijven werken. Zo profiteren beide groepen van een systeem waarin duurzame inzetbaarheid centraal staat.
Gebruik maken van de regeling
Wil je als medewerker gebruik maken van de duurzame inzetbaarheidsregeling, dan moet je dit melden bij je werkgever. Vaak wordt er gevraagd om een kort ingediend plan waarin staat hoe je de uren wilt inzetten. Daarna wordt dit in het dienstverband vastgelegd, zodat duidelijk is hoe de invulling plaatsvindt.
Uren inzetten of uitbetaald krijgen
In de meeste gevallen worden de uren daadwerkelijk ingezet, maar in sommige situaties kunnen ze ook worden uitbetaald. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer iemand het onderwijs verlaat of als er geen mogelijkheden meer zijn om de uren in te plannen. Toch is de toepassing primair gericht op het bevorderen van vitaliteit, een gezonde balans en vermindering van de belasting.
Activiteiten voor vitaliteit en werkplezier
De cao moedigt aan om uren ook te gebruiken voor activiteiten die bijdragen aan vitaliteit en plezier. Denk aan een inspirerende online workshop of een creatieve workshop dansen die samenwerking en energie bevordert. Hierdoor wordt duurzame inzetbaarheid tastbaar en blijft het onderwijs aantrekkelijk, ook voor de oudere generatie.
Voorkomen van ziekteverzuim
Een ander belangrijk doel is het verminderen van ziekteverzuim. Door medewerkers de kans te geven hun werkbelasting te verlichten en tijd te nemen voor herstel, wordt voorkomen dat zij uitvallen. Zo kunnen leerkrachten en ondersteunend personeel langer en gezonder blijven werken. Dit is goed voor henzelf én voor de continuïteit in het onderwijs.
De rol van scholen en werkgevers
Scholen en werkgevers hebben de taak om deze regeling actief onder de aandacht te brengen. Het bijhouden van afspraken en het stimuleren van professionele ontwikkeling zijn daarbij essentieel. Alleen zo kunnen medewerkers vanaf 57 jaar in het onderwijs optimaal profiteren van duurzame inzetbaarheid.
Conclusie: investeren in de langere termijn
De regeling voor duurzame inzetbaarheid onderwijs vanaf 57 jaar helpt om oudere medewerkers gezond, gemotiveerd en vakbekwaam te houden. Het biedt een mix van verlof, scholing, coaching en ruimte voor persoonlijke keuzes. Dankzij de mogelijkheid om uren te sparen en afspraken duidelijk vast te leggen in een ingediend plan, wordt de langere termijn geborgd.
Het uitgangspunt blijft dat onderwijsmedewerkers met plezier en vakmanschap hun werk goed kunnen doen, tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. Daarmee draagt de regeling bij aan minder uitval, meer werkplezier en een sterkere toekomst voor het Nederlandse onderwijs.



















